7. Jezus valt voor de tweede keer
In zichzelf gekeerd door de vernedering, is het gelaat van Jezus vertrokken van pijn en vermoeidheid. Onmenselijk lijden. Zijn opgeheven hand symboliseert 'het staat geschreven, er valt niet aan te ontkomen'.
ADAM
Als geen ander
mens onder mensen.
Brood en wijn,
broeder, vriend.
Heil en zegen.
Maar onaanvaardbaar.
Resoluut afgewezen.
Hij – hij hoort er niet bij.
Val dan maar eens níet.
Geen weg zo onbegaanbaar.
Valt. Peilloos diep
valt hij
om weer op te staan.
O hij, Adam, ware Adam,
droom van de Schepper,
voorgoed verandert hij
de loop van de geschiedenis.