10. Jezus wordt ontdaan van zijn kleding
Het gezicht van Jezus spreekt gelatenheid en kwetsbaarheid. Een hand omklemt een kledingstuk dat hem zojuist is ontnomen. Iemand uitkleden is een beladen uitdrukking voor het weerloos maken van een medemens. Elk respect valt weg, de dader verwordt tot een redeloos dier.
HART
Ook het laatste wordt hem ontnomen.
Naakt moet hij aan het kruis.
Onomwonden blootgesteld
aan de koudste nacht van de wereld.
Soldaten slaan hun slag.
Tenslotte zijn onderkleed.
Even gaaf, even onverdeeld als hijzelf.
Niet in stukken scheuren.
Dat zou zonde zijn. Loten.
Wie wordt de gelukkige.
Ook het laatste.
Alleen nog zijn hart,
onvervreemdbaar, onaantastbaar.
Zijn zo herbergzame hart.