De kus, symbool van liefde, wordt gebruikt voor moord. Ook de dolk verwijst hier naar. De 30 zilverlingen zijn als beloning niets waard, wat extra wordt extra benadrukt door het getal 30 uit een hand beduimelde bankbiljetten.
Dit eerste schilderij is geen officiële statie, maar de vrije keus van de kunstenaar. Het toont de beschouwer dat verraad en hang naar geld leidt tot extremiteiten. Dat is van alle tijden.
VRIEND
Hoe kón Jezus.
Niets liet hij heel
van wat ik zo vurig droomde –
geen bezetting, geen onderdrukking.
De grote revolutie.
Een land van licht en vrede.
Ontgoocheld. De wanhoop nabij.
Wat een vriend leek, een vijand
Er valt niet met hem te leven.
Wat rest hem nog?
Zo verraden als ik ben,
verraad ik nu zelf.
En wat hij dan nog
tot overmaat van ramp
tegen mij zegt:
Vriend, wat doe je hier.
Vriend. Dit wordt zijn einde.
Ook m’n eigen einde.
Niet om mee te leven.